De beste fles voor je baby.
- Desiree Bobby

- 23 uur geleden
- 7 minuten om te lezen
Deze blog gaat over babyflessen, melkstromen en speentypes: wat zijn de verschillen, wanneer gebruik je welke fles en welke zijn het meest geschikt in de eerste weken na de geboorte. En uiteraard deel ik welke fles mijn voorkeur heeft in deze periode.
In 1 minuut gelezen
Wie in de winkel naar babyflessen kijkt, raakt al snel overweldigd. Ze zijn er in allerlei soorten en maten, en merken beloven vaak dat hún fles de beste is. In de praktijk bestaat die ene beste fles echter niet. Wat goed werkt, verschilt per baby en hangt af van drinktempo, mondanatomie, alertheid en rijping in de eerste dagen.
De belangrijkste factor bij flessen is de doorstroomsnelheid (flow). Hoe sneller de melk stroomt, hoe minder controle een baby heeft. Voor pasgeborenen is een rustige, lage flow meestal het fijnst, omdat die beter aansluit bij hun nog onrijpe zuig- en slikcoördinatie. Let daarbij niet alleen op het maatje op de speen: die verschilt per merk en is vooral een richtlijn. Kijk vooral naar het drinkgedrag van je baby.
Ook speenvorm en anti-koliek systemen spelen een rol. Ze kunnen soms helpen bij rust en controle, maar zijn geen garantie tegen krampjes. Flow, houding en responsief voeden zijn vaak belangrijker dan het type ventiel.
Bobby’s fave: in de praktijk zie ik dat de Dr. Brown’s fles (120 ml) met speen maat 1 voor veel pasgeboren baby’s een fijne en veilige start is. De kleinere speen sluit goed aan bij veel baby’s en de fles is makkelijk verkrijgbaar. Ik adviseer om drie flessen in huis te hebben en twee setjes speen maat P (preemie), zodat je het drinktempo kunt aanpassen én de nacht door kunt zonder tussendoor flessen te hoeven schoonmaken. De P-speen is vaak lastig in de winkel te vinden, dus bestel die het liefst meteen online.
Wil je meer verdieping over voeding in de eerste weken, wat normaal is en wat je kunt verwachten? In De Baby School leg ik dit stap voor stap uit.
Wie wel eens in de schappen van de drogist kijkt, raakt al snel overweldigd door de enorme hoeveelheid babyflessen. Ze zijn er in alle soorten en maten. Voor een leek is dan ook erg. moeilijk om te weten wat de verschillen zijn en welke geschikt is voor jouw baby.
Niet voor niets krijg als kraamverzorgende dan ook zeer regelmatig de vraag: “Welke fles is het beste voor mijn baby?”
Hoewel merken je graag willen laten geloven dat hún fles de beste is, en sommige moeders zweren dat hun baby alleen goed drinkt uit fles X, zegt dat op zichzelf weinig over de fles en zeker niet dat dit dé enige juiste keuze is.
Het eerlijke antwoord is: er bestaat niet één beste fles voor alle baby’s.
De juiste fles hangt af van je baby’s drinktempo, mondanatomie, alertheid en leeftijd, en soms ook van hoe de eerste dagen na de geboorte verlopen.
Waarom de “beste fles” per baby verschilt
Baby’s drinken niet allemaal hetzelfde. Dat komt doordat er grote verschillen bestaan in:
Mondgrootte
Gehemeltevorm (hoog, smal of juist breed)
Tongmobiliteit en -kracht
Kaakstabiliteit
Neurologische rijping (zeker in de eerste dagen na geboorte)
Voor effectief drinken moet een baby:
de speen goed kunnen omsluiten,
voldoende vacuum kunnen opbouwen,
de speen ritmisch kunnen comprimeren met de tong,
zuigen, slikken en ademen goed kunnen coördineren.
Lukt één van deze stappen niet goed, dan zie je signalen zoals melkverlies uit mondhoeken, “klikkende” geluiden, verslikken of hoesten, onrust of juist snel wegzakken in slaap, lange of moeizame voedingen.
Daarom is fleskeuze altijd functioneel, niet cosmetisch.
De belangrijkste factor: doorstroomsnelheid (flow)
Wat veel ouders niet weten, is dat op bijna elke speen een aanduiding staat gedrukt. Dat kan een letter, een cijfer of een combinatie daarvan zijn, zoals:
P (preemie)
NB of 0
1, 2, 3
S, M, L
soms een symbool of stipjes
Deze aanduiding zegt iets over de doorstroomsnelheid (flow): hoe snel de melk uit de speen kan stromen.
Waarom dit belangrijk is
De snelheid waarmee melk stroomt, bepaalt hoeveel controle je baby heeft tijdens het drinken. Een speen met een hoger maatje laat meestal meer melk door per zuigbeweging, vaak door:
een groter gaatje,
meerdere gaatjes,
of een andere interne vorm.
Dat betekent:
lager maatje → meer controle, langzamer tempo
hoger maatje → minder werk, sneller aanbod
Voor jonge baby’s (en zeker voor pasgeborenen) is dat verschil enorm voelbaar.
Niet alle “slow flow” spenen zijn gelijk
Maatjes zijn niet gestandaardiseerd
Een belangrijk nuancepunt: een speen maat 1 van merk A is niet automatisch even snel als maat 1 van merk B.
De variatie in flow tussen merken, en zelfs binnen hetzelfde merk, kan groot zijn. De aanduiding op de speen is dus een relatieve richtlijn, geen objectieve maat.
Dat is ook waarom ik ouders altijd aanraad om niet alleen naar het cijfer te kijken, maar vooral naar het drinkgedrag van hun baby.
Te snelle flow
melk loopt uit de mond,
baby hoeft nauwelijks te zuigen,
verhoogd risico op verslikken en onrust.
Te langzame flow
baby raakt sneller vermoeid,
voeding duurt erg lang,
baby valt weg vóór voldoende intake.
Voor pasgeborenen (zeker in de eerste dagen) is een gecontroleerde, lage flow meestal wenselijk, zodat het drinktempo aansluit bij hun neurologische rijping. Meestal is dit maat 1 of S.
Wat ik in de praktijk vaak zie
In de eerste dagen na de geboorte zijn veel baby’s:
nog wat slaperig,
motorisch onrijp,
bezig met leren zuigen en coördineren.
Daarom start ik in de praktijk vaak met:
een lage flow (bijvoorbeeld maat 1),
en schakel ik later over naar een nog gecontroleerdere flow (zoals P/preemie)
Dat klinkt tegenstrijdig, maar in de praktijk zie je vaak: hoe rustiger de flow, hoe beter de organisatie van het drinken.
Bij het combineren van borst en fles is mijn doel dat de fles niet makkelijker is dan de borst. Dit wordt vaak geadviseerd om mogelijke tepel-speenverwarring te voorkomen, al is hierover geen volledige consensus.
Verschillende speenvormen:
Naast verschillen in flow, verschillen flessenspenen ook in vorm. Hieronder zet ik de meest voorkomende vormen en hun eigenschappen voor je op een rij.

Smalle, ronde speen
Kenmerken
smalle hals
relatief kleine aanzet
vraagt actief vacuum
Voordelen
goede controle over flow
sluit vaak goed aan bij kleine mondjes
geschikt voor responsief/paced voeden
Aandachtspunt
sommige baby’s hebben moeite om voldoende vacuum te pakken, vooral bij lage spierspanning of bredere gehemeltes.

Brede aanzet (“breast-like”)
Kenmerken
bredere basis
vraagt grotere aanhap
Voordelen
kan helpen bij baby’s die vacuum verliezen op smalle spenen
soms minder melkverlies bij bredere mondanatomie
Aandachtspunt
bij kleine of jonge baby’s soms lastig aanhappen
“breast-like” is vooral marketing; functionele flow blijft leidend

Orthodontische/afgeplatte speen
Kenmerken
asymmetrische vorm
ligt anders op de tong
Voordelen
kan bij sommige baby’s met hoog gehemelte prettiger liggen
Aandachtspunt
niet iedere baby kan hier goed afsluiten
geen bewijs dat dit standaard beter is voor kaakontwikkeling
Materiaal van de fles: glas vs plastic vs siliconen
Naast speen en flow speelt ook het materiaal van de fles een rol. Niet zozeer voor hoe een baby drinkt, maar wel voor hygiëne, duurzaamheid en hoe het materiaal zich houdt bij intensief gebruik, zoals veelvuldig steriliseren in de eerste maanden.
Glas | Plastic | Siliconen | |
Pluspunten |
|
|
|
Minpunten |
|
|
|
Anti-koliek flessen en ventielen: helpen ze echt?
Tot slot kom je bij babyflessen veel verschillende anti-koliek systemen en ventielen tegen. Het idee achter deze flessen is dat ze de luchtinname tijdens het drinken verminderen, wat zou kunnen helpen bij krampjes en onrust.
Wat we wél weten uit studies
Venting/anti-vacuum systemen veranderen het drinkmechanisme en drukopbouw in de fles; baby’s kunnen daardoor anders zuigen.
Het idee dat “lucht happen = oorzaak van koliek” is niet stevig bewezen; evidence dat vented systemen koliek oplossen is laag/zwak en resultaten zijn gemengd.
Ingenomen lucht kan zorgen voor boeren, een opgeblazen gevoel en onrust tijdens of na de voeding, wat krampachtig gedrag kan verergeren maar zelden de enige oorzaak van krampjes is.
Praktische conclusie
Een anti-koliek fles kan soms helpen bij baby’s die veel vacuüm opbouwen, sputteren of onrustig worden door druk in de fles.
Maar verwacht geen wondermiddel tegen koliek; vaak is flow + houding + responsief voeden belangrijker.
De beste fles als je ook borstvoeding geeft
Als je borst én fles combineert, is het doel meestal: tempo en werk laten lijken op borstvoeding, zodat baby niet “went” aan supersnelle, moeiteloze flow.
Wat vaak het best werkt:
Echt slow-flow speen (en niet automatisch “maatje omhoog” omdat er maanden op de verpakking staan)
Responsief/paced flesvoeden (baby bepaalt tempo, pauzes zijn normaal
Bobby's favorieten
In de praktijk zie ik dat de Dr. Brown’s fles voor veel gezinnen een fijne optie is om mee te starten: de kleinere speen sluit goed aan bij veel pasgeboren baby’s en de fles is makkelijk verkrijgbaar. Ik zou dan ook deze aanraden. Daarbij plaats ik wel de kanttekening om direct ook een speen maat P (preemie) aan te schaffen, zodat je het drinktempo goed kunt afstemmen. Omdat deze P-speen in veel drogisterijen lastig te krijgen is, adviseer ik om die meteen online mee te bestellen.
Dr. Brown 120 ml maat 1.
Goede startfles voor de meeste pasgeboren baby’s. Rustige flow en fijne controle.
Tip: 3 flessen zijn in de meeste gevallen voldoende. Hiermee kun je de nacht door zonder flessen te hoeven wassen.

In de eerste dagen na de geboorte drinken veel baby’s goed op speen maat 1. Naarmate hun energie en alertheid toenemen, zie je soms dat baby’s na een volledige flesvoeding nog zuigbehoefte hebben. Dat kan een mooi moment zijn om over te stappen op speen maat P. De voeding stroomt dan rustiger en langzamer, meer vergelijkbaar met drinken aan de borst, waardoor de baby meer controle heeft, de zuigbehoefte beter wordt vervuld en de melk geleidelijker het maag-darmkanaal in gaat. Dit kan helpen om extra speengebruik te beperken.

Dr. Brown’s speen maat P
Langzamere flow voor rustiger drinken. Minimaliseert kans op overvoeden. Handig als extra naast maat 1.
Tip: 2 pakjes is voldoende voor 3 flessen.
Welke fles uiteindelijk het beste werkt voor jouw baby is altijd een kwestie van uitproberen. Voor de geboorte is simpelweg niet te voorspellen hoe snel je kindje drinkt, hoe het vacuüm aansluit of welke speen vorm het prettigst voelt. En dat is okee. Je hoeft het niet meteen perfect te doen.
Wil je meer leren over voeding, wat normaal is en wat je kunt verwachten in de eerste periode? Dan neem ik je daar stap voor stap in mee in De Baby School.
Liefs,
Bobby



